Op de ‘oude’ joodse begraafplaats aan de Molenweg in Loppersum is een toegangshek geplaatst. Enige tijd geleden is er eerst een haag rondom het terrein geplant. Beide voorzieningen zijn in samenwerking met de voormalige gemeente Loppersum, de huidige gemeente Eemsdelta en in goed overleg met Cees de Vries (Hotel & Spa Spoorzicht) door het NIK (Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap) tot stand gekomen.
Onder toezicht van Willem Fokkens (NIK) en Tom Dijkstra (Historische Vereniging Loppersum) is het hek (voorzien van de Davidster) op z’n plek gezet. Vervolgens ontving Tom, uit handen van Willem, de sleutel. Niet om de begraanfplaats definitief af te sluiten, want de Historische Vereniging is van mening dat deze historische plek voor een ieder toegankelijk hoort te zijn, waar men kan stilstaan en gedenken dat Joodse mensen ook in Loppersum een laatste rustplaats hebben gekregen. Het is de bedoeling de haag niet te hoog te laten groeien, zodat de op die plek geplaatste gedenksteen vanaf de weg nog goed te zien zal blijven. Deze steen zal geen kwartslag worden gedraaid, waarvan eerder sprake is geweest.
De ‘oude’ joodse begraafplaats is, op verzoek van de toenmalige joodse gemeenschap in de gemeenten Loppersum, Middelstum, Stedum en Ten Boer, in 1863 gerealiseerd. Het perceel grond werd gehuurd en vanaf dat jaar tot 1883 zijn op deze plek Joodse inwoners uit de genoemde gemeenten ter aarde besteld. In 2013 is door het NIK de gedenksteen geplaatst met de namen van alle drieëntwintig Joodse personen die hier zijn begraven.
In 1886 kregen de Joden een nieuwe bijzondere begraafplaats in Loppersum. Het is een omhaagd gedeelte van de Algemene Begraafplaats. Op deze plek zijn nog vijfentwintig stenen te zien, waaronder die van Jozeph Bamberger, ritueel slachter in het dorp.
Ook op dit joodse gedeelte van de begraafplaats in Loppersum ligt (als laatste op deze plek ter aarde besteld) oorlogsslachtoffer Jacob van Haren.