Kinderen in het aardbevingsgebied

In het aardbevingsgebied wonen ongeveer 30.000 kinderen. Veel van deze kinderen komen in aanraking met aardbevingen en alles wat daarbij komt kijken. De Centra voor Jeugd en Gezin in de gemeenten Delfzijl, Appingedam en Loppersum en GGD Groningen willen u graag vertellen wat de invloed van de aardbevingsproblemen op kinderen kan zijn, hoe u ermee om kunt gaan en waar u terecht kunt als er problemen zijn.

Aardbevingen hebben effect op kinderen

Kinderen kunnen zich zorgen maken over de aardbevingen, de verhuizingen en de versterkingen. Ze kunnen gespannen raken door bijvoorbeeld langdurige onzekerheid, de onbekende vaklieden in hun huis, de veranderingen in hun buurt en speelgebied en de opslag van spullen die niet mee kunnen naar de tijdelijke woning. Daarnaast voelen ze de stress en zorgen die u heeft feilloos aan. Kinderen uiten hun zorgen vaak anders dan volwassenen. Ze krijgen bijvoorbeeld hoofd- en buikpijn, problemen met hun gedrag, concentreren en leren. Ze plassen in bed of slapen slechter, ze trekken zich terug of proberen extra lief te zijn. Elk kind gaat anders om met zorgen.

Met de meeste kinderen in Groningen gaat het goed. Een groot deel maakt zich waarschijnlijk niet al te veel zorgen over de aardbevingsproblematiek. Dit willen we graag zo houden. Als ouder kunt u helpen te voorkomen dat uw kind problemen krijgt, door te praten met uw kind en te blijven opvoeden zoals u gewend bent.

Samen erover praten helpt

Soms twijfelen ouders eraan of ze wel met kinderen over de aardbevingen moeten praten, omdat ze hen niet bang willen maken. Maar praten over aardbevingsproblemen maakt kinderen niet angstig. Het helpt hen juist om hun zorgen te delen. Kinderen geven namelijk hun eigen invulling aan wat hen niet verteld wordt. Ze vormen zo hun eigen beeld van de problemen rondom aardbevingen. Hun eigen gemaakte verhaal kan beangstigender zijn dan wat er echt aan de hand is.

Tips

Een paar tips voor als u in gesprek raakt met uw kind:

  • Stel vragen en luister goed naar uw kind;
  • Vraag uw kind naar zijn/haar ideeën over oplossingen voor problemen;
  • U mag gerust over uw eigen gevoelens vertellen. Dit helpt kinderen om over hun gevoelens te praten;
  • Vertel uw kind wat er goed gaat!
  • Als uw kind zorgen heeft, vraag hier dan naar en vraag door.

Verder is het goed om uw kinderen te blijven opvoeden zoals u gewend was. Als het niet goed gaat met uzelf is het verleidelijk om uw kind meer vrij te laten of te verwennen. Voor kinderen is het duidelijk en rustig als de regels en routines hetzelfde blijven. Samen leuke dingen doen hoort hier ook bij, juist in moeilijkere tijden.

Meer weten of hulp nodig?

Als u verder wilt praten, als u grote of kleine vragen heeft of als u hulp zoekt bij de problemen van uw kind, kunt u contact opnemen met de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) of GGD Groningen:

Gemeente Delfzijl: 0596 63 99 99 – sociaalplein@delfzijl.nl
Gemeente Appingedam: 0596 69 12 70 – info@damsterzorgbalie.nl
Gemeente Loppersum: 0596 54 82 00 – jeugd@loppersum.nl

GGD Groningen: 050 367 4991 of appen via: 06 10 56 52 12.