Op 8 november organiseerde Annie Gubbels van De Wonerie, nu al voor de derde keer, haar befaamde appeltaartenwedstrijd. Er kwamen 14 taarten binnen en de jury had het er best moeilijk mee. ‘Het gaat erom spannen’, verkondigde jurylid Leen Kaldenberg.
De jury had zich er niet met een Jantje van Leiden afgemaakt. ‘We hebben met heel veel aandacht geproefd’, legde Kaldenberg uit. ‘We beoordeelden de presentie, de textuur, de balans van smaken en of er echt wel appels te proeven waren. Maar ook hoe een taart baktechnisch is en de moeilijkheidsgraad. Veel taarten zijn typisch Hollands, zoals je op plaatjes ziet. Maar er zijn ook een paar creatieve vondsten, met niet per se de beste resultaten.’ Hij en mede-jurylid Angela Rijnen maakten vervolgens vijf prijswinnaars bekend.
De jongste bakker, de zevenjarige Oliver, is net niet in de top drie terechtgekomen. Angela: ‘Jouw taart glanst en hij heeft een héél mooie kleur. Wat leuk is, is de amandelspijs. Maar een tip voor de volgende keer: met de helft minder amandelspijs wordt de taart nóg beter.’ Oliver ging er dolgelukkig met zijn cadeautje vandoor.
De derde prijs ging naar Cissy Bronts. Zij kreeg van de jury als tip mee om een volgende keer ‘iets ondeugender’ te bakken. Vervolgens werd de ‘net-nietprijs’ uitgereikt aan meneer Kramer. Een geraffineerde taart, met een perfect uiterlijk, maar helaas met een korst die nét niet gaar was. Niettemin goed voor de tweede prijs.
Een gedeelde eerste prijs was er voor mevrouw Kramer (‘een mislukte taart die toch gelukt is, met een sublieme korst maar hij viel wel uit elkaar’) en voor Lidy Brookman met haar kleine en perfecte taart.
Intussen had het aanwezige publiek ook al een aanval gedaan op alle baksels. Alle deelnemers konden dan ook tevreden zijn. Want als je een taart bakt, wil je ook dat die gegeten wordt.